Eind 2017 begon ik als nieuweling in de uitvaart. Uiteraard werd ik goed en gedegen ingewerkt en dat was érg nodig. Deze carrière-switch was echt mégagroot! In de eerste periode had ik het gevoel dat ik geen vaste grond meer onder mijn voeten had. Drijfzand! Mijn basis was weg en daarmee mijn onzekerheid enorm. Lieve, geduldige en ervaren collega’s namen me mee, leerden me alle praktische en organisatorische kanten van het vak en stukje bij beetje begon het drijfzand onder mijn voeten weer wat harder te worden.
Ik ging met een collega mee naar een regelgesprek in een verzorgingshuis. De familie was daar samen gekomen na het overlijden van hun (schoon)vader. We bespraken alles en daarna werkten mijn collega en ik het verder uit. De uitvaart kreeg vorm. Dit was de eerste uitvaart waar ik bij was, waar ik ook zelf het regelgesprek van had bijgewoond. Ik maakte voor het eerst het van A-tot-Z-begeleiden van de familie mee. Dat vond ik best bijzonder!
De dag van de uitvaart… Samen met de familie begeleidde we meneer vanaf zijn kamer naar beneden, naar het restaurant. Daar vond de dienst plaats, die geleid werd door de pastoraal medewerker van de kerk waar meneer lid van was. Mooie muziek, zorgvuldig gekozen woorden en teksten, een overdenking, samenzang, kleindochters die wat wilden zeggen, gebeden. Een mooie dienst, met aansluitend koffie met broodjes. Ik had in de beginperiode nog geen uniform, dus ik had een mooi jurkje uitgekozen. Daarbij had ik een sjiek enkellaarsje aan, met hak. Zo halverwege de dienst, waarbij wij moesten staan omdat er meer mensen waren dan verwacht, werd me letterlijk pijnlijk duidelijk dat dit een hele verkeerde keuze was! Ik wist op een gegeven moment niet meer hoe ik moest staan, niet te doen! Uiteindelijk verbeterde dit toen we rond konden lopen tijdens de koffie.
Na de koffie bracht de familie meneer in kleine kring naar het crematorium voor hun laatste afscheid.
De rouwauto kwam eraan en mijn collega vroeg me om de chauffeur even tegemoet te lopen en de weg te wijzen. Natuurlijk! Ik liep naar buiten en de chauffeur stopte. Ik deed de bijrijdersdeur open om even met hem te overleggen. Ik denk dat de autodeur lichter was dan ik had verwacht, want er zat me een vaart achter … ik trek zó de deur tegen mijn lip! Kapot! Niet de deur, wel mijn lip. Mijn lip was opengesprongen en ik bloedde als een rund. “Ho, dat ging niet helemaal goed” zei de chauffeur nog. Nee, dat klopt! Ik hield mijn hand onder mijn mond en liep via een ander ingang naar binnen, zoekend naar een wc. Uiteindelijk kon ik het bloeden stoppen, maar nooit had ik gedacht dat een kapotte lip zo’n bloedbad kon veroorzaken. Ondertussen was mijn collega naar mij op zoek en toen ze me eenmaal gevonden had schrok ze zich rot. Het was ook werkelijk geen gezicht, maar we dachten ook even dat ik naar de dokter moest om het te laten lijmen. Toen ik me een beetje had gefatsoeneerd (bloed is op zwarte kleding gelukkig niet heel goed te zien) en terugkwam in de koffiekamer kwam al snel de schoondochter van de overledene naar mij toe. Ze was huisarts en stond mijn lip daar ter plekke te bekijken en te onderzoeken. Tikje gênant, maar erg fijn dat ze me hielp! Het hoefde niet gehecht of gelijmd te worden en ik had nog even tijd om met een ice-pack mijn lip te koelen. Vervolgens kon ik met een beetje hoofdpijn en een dikke lip, de uitvaart verder meemaken. Mijn eerste uitvaart, meerdere redenen om dit nooit te vergeten …